Published in Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 86,10-11 in 2020
G. P. Können
Hoewel een ringvormige zonsverduistering is bij lange na niet zo spectaculair is als een totale zonsverduistering, bevat een ringvormige toch een extraatje: de talloze zonnebeeldjes, die via de gaatjes in een bladerdek van een boom op de grond ontstaan nemen tijdens de ringvormige fase de vorm aan van ringetjes. Het is daarom zaak om bij een ringvormige verduistering positie te kiezen op een vlakke bodem in de nabijheid van een boom met een flink bladerdek.
Published in Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 85, 6-7 in 2019
S.Y. van der Werf, I. Spendel, H. Betlem, G.P. Können
In mei 2018 zagen wij een zonsondergang die op het laatst stagneerde: het laatste segmentje zon wilde minutenlang niet verdwijnen. Het stagneren hangt samen met het Nova Zembla effect, die een te vroege terugkeer van de zon bewerkstelligde bij de overwintering van Willem Barentsz op Nova Zembla. Voor zover ons bekend is dit de eerste maal dat in Nederland het Nova Zembla effect als zodanig is herkend.
Published in Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 84, 232-233 in 2018
G.P. Können
Bij helder weer en laagstaande zon zie je op 90° van de zon een donkere vlek in het water, waardoorheen je dieper in het water kan kijken dan elders. De oorzaak is dat een wateroppervlak het verticaal gepolariseerde hemellicht slecht weerkaatst. Mogelijk maken vissende jagers van de vlek gebruik om zo hun jachtsucces te maximaliseren. Het effect is zeer opvallend maar wordt pas na 1980 in de literatuur genoemd.
Published in Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 84, 210-211 in 2018
G.P. Können
Een bijzon blijkt een sterk polarisatie effect te vertonen: je kan hem niet uitdoven, maar bij het waarnemen door een polarisatiefilter kan je hem heen en weer laten schuiven. Uit de mate van verschuiving is de dubbelbreking van ijs te berekenen. Deze verschuiving kan iedereen makkelijk zien, maar is 130 jaar onopgemerkt gebleven. Pas in 1977 wordt het effect voor het eerst in de literatuur genoemd.
Published in Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 84, 230-231 in 2018
G.P. Können
In de zomermaanden is de nachtelijke hemel soms veel helderder dan normaal: het is alsof de zon 2-3 graden hoger staat dan in werkelijkheid. Dit wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van deeltjes in op grote hoogten (~80 km). Vaak gaat dit gepaard met het verschijnen van lichtende nachtwolken in het schemeringsegment. Terwijl de nachtwolken opvallen, is dat niet meteen het geval met de lichtende nachtschemering: die valt eigenlijk pas op als je bij afwezigheid ervan op een volgende nacht rond hetzelfde tijdstip wordt geconfronteerd met de gewone, donkere schemering.
Published in Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 81, 360-362 in 2015
G.P. Können
Na eeuwen van misverstanden over de plaats en twijfel over de zichtbaarheid van de derde regenboog in de natuur, is hij in 2011 onomstotelijk vastgelegd. Daarna ging het hard: een maand later volgde de vierde boog, een jaar later de vijfde en nog een jaar later volgde de detectie van sporen van de zevende regenboog. Alles met dank aan de ontwikkeling van de digitale fotografie.
Published in Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 80, 253 in 2014
G.P. Können
Een ‘gebroken regenboog’ leert ons dat zeewater zout is – zoals de Venusregenboog ons eens leerde dat de wolkendruppels op Venus zuur zijn. NB: An English translation of this article is available in the English section of this website (chapter: atmospheric optics)
Published in Zenit 41 (1, januarinummer), 14-17 in 2014
G.P. Können
Onderzon en ondermaan: in tegenstelling tot wat hun namen suggereren gaat het hier om halovormen en niet om astronomische verschijnselen. Het waarnemen ervan vormt een aangenaam tijdverdrijf voor luchtreizigers. Onderzonnen zijn vaak te zien; ondermanen zijn veel zeldzamer.
Published in Zenit 40 (6, juninummer), 21 in 2013
G.P. Können
Bij watermassa’s zijn soms opmerkelijke luchtverschijnselen te zien. De ‘schaduwstraal’ (een donkere straal die uit het water oprijst) is één van.
Published in Zenit 38, 494-495 in 2011
G. P. Können
Na eeuwen van speculatie over de zichtbaarheid van de derde regenboog in de natuur is het pleit beslecht: Duitse waarnemers zijn er in geslaagd de derde regenboog, die aan de zonzijde van de hemel verschijnt, fotografisch vast te leggen en kort daarna zelfs de vierde regenboog.
Published in Zenit 38, 172-177 in 2011
G. P. Können, C. Floor
Op een recente foto is een merkwaardige, naar binnen gekrulde weerspiegeling van een regenboog te zien. De weerspiegeling trad op in een gerimpeld wateroppervlak. De reden van de krulling is dat wij bij een weerkaatsing op golfjes die vér van ons weg zijn, alleen de ‘voorkant’ van de golfjes zien. Daardoor komt dicht bij de horizon het spiegelend vlak van lichtgolvend water scheef te staan. In het betreffende geval was de scheefheid 3°. Inspectie van het internet leert dat de gekrulde regenboogreflectie ook op sommige andere foto’s te zien is, maar niet als zodanig is herkend. NB: in het gedrukte artikel is onmiddellijk na blz. 275 een stuk hoofdtekst van 27 regels weggevallen. In bijgaande pdf is dit hersteld.
Published in Zenit 38, 10-12 in 2011
G. P. Können
Rijp dat zich in rustig weer vormt, bestaat soms uit kristallen die regelmatig genoeg gevormd zijn om halo’s op te wekken. Dit gebeurde onder meer op 3 januari 2010; de betreffende halo lag op de grond. In ruige rijp – kam-achtige ijsvorming op voorwerpen door onderkoelde druppels -- vormen halo’s zich niet. Onderkoelde druppels kunnen tot ver onder het vriespunt in de lucht bestaan en verraden zich soms door een mistboog die te zien is als de onderkoelde druppeltjes door de zon beschenen worden. Dunne takjes vangen de (onderkoelde) druppels makkelijker dan dikke takken, dus op dunne takjes groeit de ruige rijp het hardst.
Published in Zenit 37, 79 in 2010
G. P. Können
De ruimtesonde Cassini heeft de reflectie van de zon in een groot methaanmeer op de Titan kunnen vastleggen. Deze foto vormt een fraaie bevestiging van het bestaan van zulke meren op deze Saturnussatelliet.
Published in Cultureel Woordenboek in 2009
G.P. Können
Korte uitleg wat halo’s zijn, geïllustreerd met een foto van het halocomplex dat op 2 jan 1998 op de Zuidpoolbasis verscheen.
Published in NRC 40 nr. 39, Wetenschapkatern blz 11, 14 nov in 2009
M. van Nieuwstadt
De bidsprinkhaan seint met circulair gepolariseerd licht. Misschien kunnen zijn ogen fabrikanten van dvd-spelers inspireren. Dit artikel is inhoudelijk door mij geredigeerd
Published in Zenit 36, 421-425 in 2009
G. P. Können
Lichtende-nachtwolken situaties gaan gepaard met een abnormaal heldere schemering. Dit omdat de mesosfeer (~80 km hoog) andere deeltjes dan luchtmoleculen bevat en daardoor het zonlicht veel sterker verstrooit dan normaal. Dit is vastgelegd in twee foto’s. De ene is opgenomen op 2 juli 2009, een lichtende-nachtwolken nacht, om 2:55 MEZT; de andere de volgende nacht (géén lichtende nachtwolken), op hetzelfde tijdstip en in dezelfde richting. Het verschil in helderheid tussen de twee situaties is een factor 5. (Dit artikeltje is onderdeel van het artikel ‘Spectaculaire toename lichtende nachtwolken' in de Zenitrubriek 'Amateurs actief').   Het betreffende het fotopaar is door Zenit uitgeroepen tot ‘foto van de maand’.
Published in in 'Hollandse Wolkenluchten', boek door Harry Otten e.a., blz. 146 (uitgeverij Kosmos) in 2009
G. P. Können
In de winter van1976 zijn Harry Otten en ik door de inversie van 11 graden op 200 m hoogte geklommen en keken daar neer op een serene egale mistlaag met een glorie rond onze schaduw. De foto is door een polarisatiefilter genomen.
Published in In: 'Hoe sms't een Chinees? 100 alledaagse mysteries', samengesteld door E. König, Uitgeverij NRC boeken in 2009
G. P. Können
Het simpele antwoord op deze (NRC) lezersvraag luidt: omdat een druppel rond is!
Published in Zenit 36, 41-43 in 2009
G.P. Können
Op een foto van een zuil boven de zon die vlak voor zonsondergang vanuit een vliegtuig was genomen is een verdikking te zien die het spiegelbeeld van de zon is. Het verschijnsel is een onderzon die zich boven de zon bevindt in plaats van er onder. De kromming van de Aarde maakt zoiets mogelijk. Ook zag ik, door de noordelijke koers van het vliegtuig, de maan kort na zijn opkomst meteen weer ondergaan. (Dit artikeltje is opgenomen in het artikel 'Hemels Vuurwerk' in de Zenitrubriek 'Amateurs actief').
Published in Zenit 35, 545-547 in 2008
G.P. Können
Onlangs is er vanuit een vliegtuig op de wolken eronder een geïsoleerde lichtvlek van ongeveer 1° diameter gezien. De vlek verscheen precies op het tegenpunt van de zon, dwz de plaats waar de schaduw van het vliegtuig valt. De vlek lijkt een nog niet eerder opgemerkt haloverschijnsel te zijn.
Published in NRC jaargang 38 nr 152 (29 maart), Wetenschapbijlage p 2 in 2008
G. P. Können
In de NRC van 22 maart jl. werd gesteld dat er nooit eerder een dier is gevonden dat circulair gepolariseerd licht kan zien. Dit is onjuist als men de mens erbij betrekt, want sinds 1955 is bekend dat wij niet alleen lineair licht van ongepolariseerd licht kunnen onderscheiden, maar ook het vermogen bezitten om circulair gepolariseerd licht als zodanig te herkennen.
Published in Zenit 35, 163-165 in 2008
G. P. Können, C. Hinz
Wij hebben ons de vraag gesteld of halo's zichtbaar kunnen blijven tijdens de totale fase van een zonsverduistering. Dit is onderzocht door een vergelijking te trekken met de zichtbaarheid van maanhalo's tijdens schemering. Het antwoord op de vraag blijkt ‘ja' te zijn, mits het gaat om een heldere halovorm. Reden om tijdens de komende verduisteringen eens goed naar deze verschijnselen uit te kijken.
Published in Zenit 35, 347-349 in 2008
C. Hinz, G. P. Können
De glorie is het welbekende ‘regenboogje' dat verschijnt rond de schaduw van een waarnemer als deze schaduw zich op mist afbeeldt. Meestal is de glorie kogelrond, maar soms kan hij zó gedeformeerd raken dat men hem nauwelijks meer als zodanig herkent. In dit artikel laten wij een aantal uitzonderlijke verschijningsvormen van de glorie de revue passeren.
Published in Zenit 35(4), april in 2008
G. P. Können
Halocomplex op de Zuidpool, opgenomen op 2 januari 1998. Het complex bevat exotische halos zoals de Parry bogen en andere uiterst zeldzame halovormen.
Published in Zenit 34, 29 in 2007
G. P. Können
In het stuk van D. Schreuder in Zenit over Hollands Wolkenluchten worden twee ontstaansvoorwaarden niet genoemd, te weten de vlakheid van het landschap en het monotone karakter ervan. Deze factoren trekken het oog naar de lucht vlak boven de horizon, waar de wolkenlucht het fraaist is.
Published in Zenit 34, 1-12 in 2007
G. P. Können
In dit artikel laten wij een aantal randverschijnselen bij zonsverduisteringen de revue passeren die meestal wat minder in de aandacht staan. Het gaat hier om de blauwgroene schemer bij een diepe gedeeltelijke verduistering, zonnebeeldjes, sterren aan de hemel, de zwartheid van de ‘zonneschijf' tijdens de totaliteit, schijnbare en werkelijke lichtafname, de donkerte van de hemelkoepel, kransen bij coronalicht en nog wat andere feiten.
Published in Zenit 33, 335-337 in 2006
G. P. Können
Na veertig jaar planeetfotografie door ruimtesondes is er eindelijk een halo gezien op een andere planeet. En hij is nog helder ook.
Published in Zenit 33(7/8), juli/aug in 2006
G. P. Können
Foto van een heldere onderzon boven de Marsvulkaan Arsia Mons.
Published in Video BZAV0117 DVD in 2004
P-R. de Kroon and M. de Kroon, met medewerking van G. P. Können, others
Volgens een oude mythe heeft Hollands licht buitengewone kwaliteiten. Het is het legendarische schijnsel op 17e eeuwse schilderijen. In hoeverre dit alles reëel is, wordt door een aantal personen besproken.  Mijn verklaring is dat Hollands licht op een contrasteffect berust, veroorzaakt door het eentonige en vlakke Nederlandse landschap dat er voor zorgt dat het oog zich al snel op de hemel op de hemel richt, waar verre wolken vlak bij de horizon een spectaculair aanblik kunnen vertonen (versies in Engels, Nederland, Duits, Frans en Spaans).   NB: Deze documentaire is in 2003 bekroond met een Gouden Kalf
Published in Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 66, 120-126 in 2000
S. Y. van de Werf, G. P. Können, W. H. Lehn, F. Steenhuizen
De eerst-geboekstaafde waarnemingen van het Nova-Zemblaeffect - een lange-afstandluchtspiegeling - werden gedaan tijdens Willem Barents' derde tocht naar het Noorden (1596- 1597). Een stralenganganalyse toont aan dat de drie sleutelobservaties, op 24-27 januari 1597, alle gesimuleerd kunnen worden met één enkele, atmosferische temperatuurinversie. Ook blijkt dat het Nova-Zembla-effect zichtbaar kan zijn geweest over de centrale bergketen van het eiland. De door Gerrit de Veer gegeven richting waarin op 25 januari de schijnbare conjunctie tussen Jupiter en de maan werd gezien (noorden ten oosten) komt binnen één graad overeen met de berekende richting. De betrouwbaarheid van de waarnemingen, onderwerp van discussie gedurende vier eeuwen, lijkt hiermee aangetoond.
Published in Zenit 27, 38 in 2000
G. P. Können
Volgens de literatuur bedraagt deze +3. De helderheid van de hemel is tijdens de totaliteit vergelijkbaar met die tijdens schemering als de zon 5-5,5 graad onder de horizon staat.
Published in Cornelis Douwes 143, 65-69 in 2000
S. Y. van de Werf, G. P. Können, W. H. Lehn, F. Steenhuizen
Zie de samenvatting van het gelijknamige artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 66, 120-126 (2000)
Published in Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 65, 304-306 in 1999
G. P. Können
Dagboek opgemaakt tijdens mijn derde Antarctische expeditie: die naar de Zuidpool in het seizoen 1997/1998.
Published in Zenit. 26, november 1999, eclipskatern p. 6 in 1999
G. P. Können, A.P.M. Baede
Onder een wolkendek is een verduistering anders, maar niet meteen minder. Vooral het invallen van de duisternis is een adembenemende ervaring.
Published in Zenit 33, 37-41 in 1993
G. P. Können
Een verslag wordt gegeven van de wetenschappelijke en persoonlijke belevenissen tijdens onze eerste Zuidpoolexpeditie (seizoen 1989/90) en tijdens onze tweede Antarctische expeditie in 1990/91 naar het Russische station Wostok.
Published in Zenit 33(1), januari in 1993
G. P. Können
Halocomplex op de Zuidpool, opgenomen op 2 januari 1990. Het complex wordt gedomineerd door halos afkomstig van plaat-kristallen: de bijzonnen, circumzenithale boog en de parhelische ring.
Published in Schip en Werf de Zee 2 (januari) 18-22 in 1992
G. P. Können
Een verslag wordt gegeven van de wetenschappelijke en persoonlijke belevenissen tijdens onze eerste Zuidpoolexpeditie (seizoen 1989/90) en tijdens onze tweede Antarctische expeditie in 1990/91 naar het Russische station Wostok. (zelfde artikel als in Zenit, 33 37-41 (1993)).
Published in Circumpolar Journal 5 (3/4), 1-6 in 1990
G. P. Können
Een verslag wordt gegeven van de wetenschappelijke en persoonlijke belevenissen tijdens onze eerste Zuidpoolexpeditie (seizoen 1989/90).
Published in Natuur en Techniek 51, 350-365 in 1983
G. P. Können
Het menselijk oog is bijzonder gevoelig voor kleur en helderheid, maar nauwelijks voor polarisatie. Met een polarisatiefilter verandert dat en merken wij hoeveel polarisatie om ons heen is. Het is een genoegen om de wonderlijke wereld te bekijken die met zo'n filter zichtbaar wordt. In dit artikel wordt het polarisatiepatroon van de natuur getoond en toegelicht.
Published in Zenit 5, 219-224 in 1981
C. Floor, G. P. Können
De heiligenschijn wordt vaak waargenomen op bedauwd gras als een helder aureool rond onze schaduw. Maar ook op droge begroeiing en op ruwe oppervlakken kan het verschijnsel worden gezien. De grote zichtbaarheid van nummerplaten en verkeersborden in koplamplicht berust op een technische toepassing van dit natuurfenomeen.
Published in Thieme Zutphen, ISBN 90-03-95930-7 in 1980
G. P. Können
De polarisatie van allerhande natuurverschijnselen wordt besproken en geïllustreerd aan de hand van 88 foto's. NB: De filelengte van de download is 18 Mb
Published in Nautisch Technisch Tijdschrift 4, 51-53 in 1980
G. P. Können
De regenboog is het bekendste, maar niet het meest voorkomende kleurige verschijnsel dat zich aan de hemel kan vertonen. Een geoefend waarnemer zal bemerken dat er vaak andere bogen verschijnen, die in fraaiheid zeker niet voor de regenboog onder hoeven doen.
Published in Zenit 5, 202-203 in 1978
G. P. Können
De glorie is goed te zien vanuit vliegtuigen en vormt zich rond de schaduw van onze zitplaats. Vanaf grotere hoogten kan je zijn middelpunt zien. Maar ook in in de damp in een douchecel boven en kop thee of in je eigen adem zie je hem soms.
Published in Zenit 4, 399- 400 in 1977
G. P. Können
Halo's zijn sterk gepolariseerd. Niet door reflectie, maar door dubbelbreking. Daarom is de polarisatie beperkt tot zijn binnenste randje. Vooral bij bijzonnen is dat goed te zien: als men hem met een polarisatiefilter voor het blote oog bekijkt en dat filter ronddraait, dan schuift de bijzon heen en weer. Dit verschijnsel was nog niet eerder bekend.
Published in Zenit 4, 154-155 in 1977
G. P. Können
De onderzon tekende zich helder af tegen de frontale bewolking bij Groenland op de foto die op 27 April 1975 door de ESSA-8 weersatelliet werd genomen. Dit is de eerste keer dat een halo op een satellietopname is opgemerkt.
Published in Zenit 4(12), december in 1977
G. P. Können
‘Watertrekkende' wolken.
Published in Zenit 4, 436-441 in 1977
G. P. Können
De kleur van de hemelkoepel kan zeer uiteenlopen. Behalve blauw kan hij variëren van wit naar loodgrijs en bij lage zonnestand van rood naar geel naar groen. Soms verschijnen er ook kleurrijke bogen of vlekken. De oorzaak van deze verscheidenheid is dat er naast moleculen andere deeltjes, zoals druppeltjes of stofdeeltjes,  in wisselende hoeveelheid in onze dampkring aanwezig kunnen zijn. De optische eigenschappen van deze deeltjes zijn bepalend voor de kleuren die we zien.
Published in Intermediair 13/45, 26-29 in 1977
G. P. Können
Zie de samenvatting van het gelijknamige artikel in Zenit, 4, 436-441 (1977)
Published in Zenit 3, 273 in 1976
G. P. Können, J.P. de Jongh
Bij de ringvormige zonsverduistering van 29 April 1976 tekende de schaduw van de maan zich duidelijk af tegen de Sahara op de foto die om 9:37 UT door de NOOA-4 weersatelliet werd genomen.
Published in Zenit 2(5), mei in 1975
G. P. Können
Foto van een bijzon, benedenbijzon en een verticale boog ertussen, genomen vanuit een vliegtuig in maart 1972.
Published in Zenit 2, 317 in 1975
B. Zwart, G. P. Können
De verticale lichtstreep die F. van Loo 's nachts heeft gefotografeerd kan worden verklaard door een reflectie vaan een aardse lichtbron tegen een cirruswolk waarvan de ijskristallen één vlak horizontaal hebben georiënteerd. De dikte van die cirruslaag zou ongeveer 2 km hebben moeten bedragen.
Published in Zenit 2, 318 in 1975
G. P. Können
De polarisatie van het hemellicht wordt beschreven en geïllustreerd aan de hand van twee fish-eye foto's. De eerste is een foto van de hemel door een polarisatiefilter, waar het gebied van sterkste polarisatie zich manifesteert als een donkere band; de tweede is een foto van de ‘donkere driehoek' die men als gevolg van polarisatie-effecten met het blote oog te zien krijgt in de reflectie van de lucht op een wateroppervlak.
Published in G. P. Können, Hemel en Dampkring 71, 222 in 1973
G. P. Können
De regenboog is ook te zien in wolken. Zo'n ‘wolkenboog' is wit, zodat hij met het blote oog nauwelijks opvalt. Maar hij verraadt zijn aanwezigheid door zijn sterke polarisatie.
Published in Nederland Tijdschrift voor Natuurkunde 38, 265-271 en 283-287 in 1972
G. P. Können
De optische verschijnselen aan de hemel - kransen, regenbogen, halo's en glories - kennen alle hun analogon in deeltjesstrooiing. Voorbeelden worden getoond van deze verschijnselen in de hoekverdeling van atoom-atoom strooiingsexperimenten.
Published in Hemel en Dampkring 70, 264-265 in 1972
G. P. Können
Tijdens een transatlantische vlucht werd een bijzon, en benedenbijzon en een boog ertussen waargenomen en gefotografeerd. De zonshoogte was ca 6°.
Published in Hemel en Dampkring 69, 187-188 in 1971
G. P. Können
Waarnemingen van diverse halo's, inclusief de 22° halo, de circumhorizontale boog (vanuit Rhodos) en de onderzon worden gerapporteerd. De onderzon bleek sterk gepolariseerd. Pogingen om ook polarisatie bij de parhelische cirkel en de bijtegenzonnen waar te nemen hadden een negatief resultaat, ondanks dat ze door reflectie tot stand komen.
Published in Stichting de Jonge Onderzoekers in 1970
G. P. Können, R. Heine
Het effect van het verdubbelen van overlappende halfschaduwen wordt uiteengezet en geïllustreerd met foto's.
Published in De Jonge Onderzoeker 1, 39 en 83 in 1970
G. P. Können
De polarisatie van het blauwe hemellicht wordt beschreven en geïllustreerd met een fish-eye foto. De ‘donkere driehoek' die men als gevolg van polarisatie-effecten met het blote oog te zien krijgt in de reflectie van de lucht op een wateroppervlak wordt beschreven en geillustreed met een fish-eye foto.
Published in Hemel en Dampkring 67, 386-387 in 1969
G. P. Können
Het polarisatiepatroon van het blauwe hemellicht, inclusief de negatieve polarisatie en het bestaan van neutrale punten, wordt beschreven en toegelicht. Twee foto's worden getoond die de polarisatie duidelijk te zien geven.
Published in Hemel en Dampkring 66, 282-283 in 1968
G. P. Können
Aan de hand van drie foto's (twee met polarisatiefilter en één zonder) wordt polarisatie van regenbogen en van de lucht daaromheen toegelicht.